Risico’s van een piercing
Je bent van plan een piercing te laten aanbrengen. De GGD vindt het van belang om je van tevoren te informeren over een aantal mogelijke risico’s. Het aanbrengen van een piercing is een huiddoorborende handeling. Door een juiste werkwijze en een juist gebruik van de apparatuur moet voorkomen worden dat je besmet wordt met bloedoverdraagbare ziekten, zoals Hepatitis B en C. Daarnaast kunnen door slechte verzorging en onhygiënische bahandeling (zowel door jezelf als door de piercer) wondinfecties ontstaan die schadelijk zijn en je piercing er niet mooier op maken. Onder de 16 jaar zijn geen genitale piercings en tepelpiercings (bij meisjes) toegestaan en alle andere piercings zijn alleen toegestaan als je wettige vertegenwoordiger mee komt naar de studio. Voordat je een piercing laat aanbrengen word je gevraagd een toestemmingsformulier (een verklaring) in te vullen. In dit toestemmingsformulier staan o.a. een aantal vragen over je gezondheid. Het invullen van het toestemmingsformulier is voor je eigen veiligheid. Ben je onder de 16 jaar dan moet je wettige vertegenwoordiger het toestemmingsformulier tekenen en zich legitimeren. Het toestemmingsformulier blijft in het bezit van de piercer en wordt vertrouwelijk behandeld.
Het aanbrengen van een piercing
Voor het aanbrengen van de piercing wordt de huid schoongemaakt en gedesinfecteerd.Het aanbrengen van een piercing moet steriel gebeuren. Dat wil zeggen; de naald en het sieraad die door je huid gaan, moeten uit een steriele verpakking komen en mogen niet met de blote handen worden aangeraakt. De piercer draagt tijdens het aanbrengen van je piercing handschoenen die vlak voor het aanbrengen van de piercing gedesinfecteerd worden met alcohol 70-80%. Het aanbrengen van een piercing kan heel veel pijn doen. Het is de piercer echter verboden om je, zonder toestemming van een arts, te verdoven.
Het verzorgen van de piercing
Een pas aangebrachte piercing is te vergelijken met een diepe wond in je huid. Het is heel belangrijk dat je je piercing goed verzorgt. Je krijgt van de piercer mondelinge en schriftelijke instuctie mee hoe je dat moet doen. In de instructie moet o.a. staan hoe de piercing verzorgd moet worden en dat je bij klachten (hevige roodheid, zwellen, pussen, wondvocht) contact moet opnemen met je huisarts. De wond die door het piercen is ontstaan heeft tijd en zorg nodig om te genezen. Het helen van een piercingwond duurt soms lang (van 4 weken tot 9 maanden). Bij sommige mensen ontstaat als gevolg van het aanbrengen van een piercing littekenweefsel. Bovendien kan het gebeuren dat de piercingwond lelijk geneest als deze ontstoken is geweest. Van sommige piercings is nog niet bekend wat de gevolgen zijn op latere leeftijd.
Je gezondheid
Als je lijdt aan één van de onderstaande gezondheidsklachten raadt de GGD je af om een piercing te laten aanbrengen.
· Diabetes
· Hemofilie
· Metaalovergevoeligheid
· Immuunstoornis
· Hart- en vaatafwijkingen
· Bij het gebruik van antistollingsmiddelen
· Op plaatsen waar je plastische chirurgie of radiotherapie hebt ondergaan
· Op plaatsen waar zich bulten, donkere moedervlekken, zwellingen of andere vormen van irritatie op je lichaam voordoen.
Zorg dat je goed uitgerust bent, goed hebt gegeten en breng de piercer op de hoogte van zaken waarvan je denkt dat ze belangrijk zijn (bijvoorbeeld medicijngebruik, allergiën, overgevoeligheidsreacties, epilepsie e.d). Tijdens het aanbrengen van de piercing mag je niet onder invloed van alcohol of drugs zijn.
Richtlijnen
In Nederland geldt een wet die van toepassing is op het zetten van piercings. Het Landelijk centrum Hygiëne en Veiligheid heeft hygiënerichtlijnen opgesteld en de piercers zijn verplicht deze richtlijnen na te leven. De GGD en Voedsel en Waren Autoriteit controleren 1 keer per 2 jaar of de piercingsstudio’s zich houden aan de richtlijnen.